Reza Aslan en de Grote Boze Kwestie: Islam

Niet alle moslims zijn het zelfde, maar toch is er maar één Islam. Met dit twijfelachtige aforisme domineert Wilders al jaren het publieke debat, en hoewel links Nederland zich er de haren bij uit de kop trekt, legt het Wilders duidelijk geen windeieren. Hij heeft zichzelf in de peilingen al weer lang en breed ingehaald, en ondanks zijn speech op Ground Zero, staat hij op het punt met een gedoogsconstructie aan de macht te komen.

Weldenkende mensen zijn het met elkaar eens dat ze het met hem oneens zijn. Wat hij beweert over Marokkanen is smakeloos. Wat hij beweert over moslims is niet waar. Maar wie weet er dan in godsnaam hoe het wel zit? Moslims lijken toch echt de schijn tegen zich te hebben, en niet zo’n klein beetje ook:

Marokkaanse jongeren zijn sterk oververtegenwoordigd in de misdaadstatistieken. Vrome oude moslimmannen in een Pakistaans dorpje hebben jonge meisjes levend begraven als straf voor vermeend overspel. Amsterdamse moslims slaan steeds vaker homo’s en joden in elkaar. Ahmadinijad mag zijn volk graag inlichten over de wenselijkheid van de vernietiging van Amerika. Hamas streeft openlijk naar de verwoesting van Israel. Mohammed B. heeft Theo van Gogh op brute wijze omgebracht. De Taliban beschieten onschuldige burgers als ze gaan stemmen, of als ze naar school willen. Om de zoveel tijd is er ook wel weer een moslim bereid te vinden om een groot bloedbad aan te richten door zich op de blazen op een drukke markt in Bagdad. Ze hebben Salman Rushdie, Geert Wilders, Ayaan Hirsi Ali, enkele Scandinavische cartoonisten, de tekenaars van South Park en de bedenkster van Draw Muhamad Day dusdanig bedreigd dat die alleen nog onder zware beveiliging door het leven kunnen. Daarnaast zijn moslims verantwoordelijk voor de aanslagen op de Twin Towers, de Londense Underground, de treinen in Madrid, de nachtclub op Bali en de moordpartijen in Mumbay. En als overmaat van ramp willen ze nu ook nog eens een trofeemoskee bouwen bij Ground Zero…

Daar sta je dan als goedbedoelende linksmens met je wenselijke meninkje. Kun je met zo’n overmacht aan voorbeelden van over de hele wereld nog wel uit de hoogte blijven doen en vol blijven houden dat Wilders ongelijk heeft? Dat is soms dus inderdaad lastig, en je moet aardig diep de nuance induiken om het beter te begrijpen.

Reza Aslan, een Iraans-Amerikaanse godsdienstwetenschapper, journalist en schrijver, helpt ons een handje mee. Tijdens de tour voor zijn boek How To Win A Cosmic War doet hij ook Nederland aan, en op 28 september gaf hij op uitnodiging van Eutopia een lezing in Leiden, en hierin ging hij uitvoerig in op het gevaar van de Islam.

Aslan laat geen spaan heel van Wilders’ beweringen. Door een beeld te schetsen van de grote verschillen binnen de moslimwereld laat hij zien hoe de Islam zó veel verschillende verschijningsvormen heeft dat moslims elkaar nauwelijks erkennen als geloofsgenoten. Soenieten en Shiiten zijn het geheel oneens over het aantal keren dat er dagelijks gebeden moet worden en over de positie van Ali. Ook binnen geloofsgemeenschappen is er weinig eensgezindheid. Volgens Aslan is de “de kans groot dat een moslimjongen uit Los Angeles meer overeenkomst heeft met een internetvriend uit Jakarta dan met de moslims uit z’n eigen moskee”.

Nog interessanter is het onderscheid dat hij maakt tussen islamitische nationalisten en islamitische transnationalisten. De nationalisten, ook wel islamisten, zijn politiek geëngageerd, en hebben als doel om een land te stichten op islamitische waarden. Binnen eigen land kunnen ze stevig huishouden, maar hun ambities houden doorgaans op bij de grens. Transnationalisten, daarentegen, erkennen geen landsgrenzen, en streven naar wereldwijde Islam. Beide groepen hebben zo hun slechte voorbeelden. Zo zijn Hamas, de Taliban en Hezbollah nationalistisch, en is Al Qaeda transnationalistisch. Dit betekent ook een groot verschil in dreiging. Religieus-nationalisten zullen er vaak bedenkelijke ideeen op nahouden, maar uiteindelijk zijn zij toch vooral begaan met de invloedsfeer van hun natie, wat ook een belangrijk onderdeel van hun identiteit vormt. Al Qaeda, echter, erkent geen landsgrenzen, en is voor identiteit geheel afhankelijk van religie. Hierdoor wordt alles in dit leven betekenisloos, en staat alles in het teken van de Cosmic Battle uit de titel van Aslans boek. Precies dit is wat ze zo gevaarlijk maakt. Ze hebben niks te verliezen, en omdat hun einddoel, een wereldwijd kalifaat, onmogelijk is, valt er ook niet met ze te onderhandelen. Het doel is duidelijk, en hoewel het compleet onrealistisch is, zijn ze bereid er voor te sterven.

Nationalisten en transnationalisten hebben ook een andere historische herkomst, en ook hier schetste Aslan een verhelderend beeld. Religieuze nationalisten komen voort uit het afzwakken van de natiestaat, die vrijwel de gehele twintigste eeuw de standaard heeft gevormd. Seculier nationalisme vormde een sterke component van de identiteit van mensen, en nu dat aan het wegvallen is, lijkt religie in dat gat te springen, met als gevolg islamisme.

Het transnationalisme van Al Qaeda herleidt Aslan tot de Koude Oorlog, waar mensen uit de hele moslimwereld werden gerecruteerd om, half namens de Amerikanen, in Afghanistan als Mujahideen tegen de Soviets te vechten. Tegen alle verwachtingen in werd de Sovjet-Unie daadwerkelijk verslagen, en dit zorgde voor een explosieve mix. De moslimstrijders hadden allemaal verschillende nationaliteiten, en daardoor geen echte groepsidentiteit. Het enige dat ze gemeen hadden was het Islamitische geloof. Zij, van dat geloof, hadden zojuist een van de twee supermachten die de wereld rijk was verslagen. Dus werd het een realistisch plan om vanuit dat geloof die andere supermacht dan ook maar te grazen te nemen. De rest is geschiedenis.

Maar waarom werken de Taliban en Al Qaeda dan samen, ondanks hun tegenstrijdige belangen? Volgens Aslan zouden ze elkaar onder normale omstandigheden inderdaad in de haren vliegen, maar werken ze nu samen tegen wat ze als een grotere vijand zien: Amerika. Dat dit het moeilijker maakt de twee te onderscheiden, neemt niet weg dat er een wereld van verschil tussen de twee zit. De Taliban, Hezbollah, Iran en Hamas zijn landgebonden, en hebben daarmee aardse belangen, wat betekent dat er met ze onderhandeld kan worden. Dat Ahmadinijad zulke agressieve taal uitslaat, komt volgens Aslan vooral omdat hij daarmee de aandacht hoopt af te leiden van de puinhoop die hij van Iran heeft gemaakt. De gemiddelde Iraniër wil veel liever gewoon werk vinden dan dat Amerika vernietigd wordt, en dat  gesprek ontloopt hij zo. Ook bij z’n recente bezoek aan Amerika kreeg hij het voor elkaar alleen maar vragen over z’n antisemitisme en holocaustontkenning te krijgen. Niemand vroeg hem naar de 40% werkeloosheid in eigen land, wat zijn échte probleem is. Al Qaeda heeft alleen maar belangen in het hiernamaals, en de wensen die ze voor het aardse bestaan hebben kunnen per definitie nooit vervuld worden. Dit betekent volgens Aslan dat ze gedood of gevangen moeten worden, omdat ze anders altijd een probleem voor de wereldveiligheid zullen blijven vormen.

Het kan ze wel moeilijker gemaakt worden door te bekijken wat ze als verantwoording gebruiken. Ze hebben een aantal marginale stenen des aanstoots tegen Amerika geformuleerd, zoals het feit dat Bush bleef weigeren het Kyotoverdrag te ondertekenen, terwijl het toch een vreemd idee is dat Osama Bin Laden groen is. Ook Palestina wordt er met de haren bijgeleept. Bin Laden raakt er maar niet over uitgepraat, maar daadwerkelijk helpen door mee te vechten, ho maar. Het is niet meer dan holle retoriek.

Verder is het belangrijk te beseffen dat Al Qaeda niet uit schriftgeleerden, maar uit engineers en andere hoogopgeleiden bestaat. Dit intellect maakt het überhaupt mogelijk om over wereldheerschappij na te kunnen denken. De gemiddelde vrome moslim, daarentegen, is vooral bezig is met het voeden van zijn gezin, zich nauwelijks bewust van de rest van de planeet. Hij heeft belangen in het hier en nu, en dat maakt hem ongevaarlijk. Nederlandse moslims hebben daarnaast ook nog eens een hypotheek, een lease-auto en een seizoenskaart bij Ajax. Waar maken we ons dan in godsnaam druk om…

Of je Aslan nou wel of niet vertrouwt, zijn analyse weet van een kwestie met een paar intuitief lastig te begrijpen problemen een overzichtelijk en logisch verhaal te maken. Daar waar waar Wilders en de zijnen niet verder komen dan een gewichtigklinkende paradox. Ik, als leek en linksmens, denk het in ieder geval weer te begrijpen.

Plaats een reactie