Dan Ariely, een behaviorale econoom (en held), laat in een TED-lezing zien hoe ontzettend veel invloed kleine dingen kunnen hebben op ons morele gedrag. In een onderzoek naar valsspelen liet hij mensen sommen oplossen voor een bepaald bedrag per antwoord. Wat bleek? Niet alleen speelt de kans door de mand te vallen een rol, maar ook of de beloning meteen op de sommen volgt, of dat er een tussenstap is ingebouwd. Als het geld niet meteen werd uitgekeerd, maar in fiches, die enkele meters verder konden worden omgeruild voor echt geld, steeg het valsspeelpercentage dramatisch. Ariely vroeg zich af wat dit betekent voor de aandelenmarkt, waar nooit met chartaal geld wordt gewerkt, maar altijd met iets dat het representeert. Iets dat in werkelijkheid staat voor een grote hoeveelheid kapitaal, is weergegeven met cijfers of grafieken op een scherm. Volgens Ariely zijn we niet in staat hier rationeel mee om te gaan, en hij pleit ervoor dat we onze beperkingen leren inzien, en meer objectieve meetmodellen gaan toepassen.
Nu ben ik geen wetenschapper, en ik wil me verder absoluut niet bemoeien met Ariely’s onderzoek. Maar toch zit er een element in deze discussie waar wij als leken met z’n allen best eens over mogen brainstormen. Als het daadwerkelijk zo is dat de afstand tussen kapitaal en de weergave daarvan zo veel invloed heeft op ons morele gedrag, hoe kunnen we dan zorgen dat dit beter gaat? Lees verder