We verkeren al een tijdje in een staat van nationale verontwaardiging. Verontwaardiging over de opgehangen Iraans-Nederlandse vrouw, over de vastgeketende Brandon en over modelleerling Sahar die het land uitmoet. Mooi, want empathie is soms blijkbaar nog steeds een onontkoombare emotie. Maar vooral slecht, want we zijn daardoor te snel tevreden.
Alledrie deze mensen zijn het gezicht geworden van een hele hoop leed dat steevast onder de radar vliegt. Dingen waar we ons normaalgesproken niet vaak van bewust zijn. Maar nu wel, omdat het iemand overkomt waar we ons mee kunnen identificeren. Sahar is precies de allochtoon uit het linkse multiculturele droomvisioen, Bahrami heeft in Nederland gewoond, en Brandon kan, ondanks z’n beperking, mooi en zelfbewust onder woorden brengen hoe hij alles ervaart.
Het probleem is dat onze verontwaardiging zich vervolgens richt op het individuele geval. Sahar krijgt kamervragen en een Twitteractie, minister Rosenthal verbreekt de diplomatieke banden met Iran, en een PvdA-kamerlid eist dat Brandon nog diezelfde avond los mag. Dit terwijl alle woede en daadkracht zich zouden moeten richten op het achterliggende systeem.
We hebben en masse geroepen dat het immigratiebeleid strenger moet. We hebben bezuinigd op de zorg. We hebben het feit dat Iran de doodstraf hanteert nooit als aanleiding gezien om diplomatiek hoog spel te spelen. Nu hakken we het topje van de ijsberg af, en gaan weer tevreden verder met ons leven.
Feit is echter, dat als je wilt dat Sahar mag blijven, je het systeem dat haar dreigde uit te zetten moet aanpassen. Dat je Iran voortaan bij elk van de jaarlijks 1000 ophangingen even hard moet aanpakken. Of nog beter, Amerika en China op het hoogste niveau genadeloos achter de broek moet blijven zitten totdat ze accepteren dat, naast martelen, ook de doodstraf voortaan als een schending van de mensenrechten beoordeeld zal worden.
Bijna even erg is het dat, door ons op losse gevallen te richten, we ons actief inzetten voor rechtsongelijkheid. Het is heel mooi voor Brandon dat de staatssecretaris bij hem op bezoek komt, maar elke nacht liggen er minder mondige verstandelijk gehandicapten geheel goedgekeurd nog veel vervelender vast in een zweedse band. Sahar heeft een hoge aaibaarheidsfactor en is gezegend met een goed stel hersenen, maar sinds wanneer worden op basis daarvan rechten verleend die anderen ontzegd worden? En sinds wanneer zijn we er eigenlijk voorstander van dat afkomst de strafmaat bepaalt? Toch zetten we ons daar nu actief voor in, terwijl met zo’n rigoreuze straf als de doodstraf zorgvuldigheid met rechtsgelijkheid misschien wel belangrijker is dan ooit.
Dus hoe hard dit ook klinkt, zolang er geen draagvlak is voor een tweede generaal pardon, moet Sahar gewoon het land uit. Zolang we de doodstraf niet universeel bestrijden, is het goed dat Bahrami is opgehangen. En zolang het CDA in haar verkiezingsprogramma de halve zorg wegbezuinigt, mag CDA’er Sabine Uitslag geen verontwaardigde krokodillentranen komen huilen bij Pauw & Witteman. We mogen nooit, maar dan ook nooit het gevoel krijgen daadwerkelijk iets te hebben opgelost als we alleen deze pijnlijke symptomen hebben weggenomen, en niks aan de oorzaak hebben gedaan.
Pingback: Tweets that mention Waarom Zahra Bahrami echt dood moest, en we Sahar het land uit moeten zetten | Jan de Beer's Blog -- Topsy.com