In één moeite door ben ik meteen eerlijk over wat ik er van vind, en illustreer ik het probleem: mediums zijn charlatans die misbruik maken van het verdriet van anderen, God bestaat niet, en als Hij wel bestond was Hij een incompetente eikel, homeopathen zijn oplichters die nooit meer mogen claimen dat ze medicijnen verkopen, de Paus moet zo snel mogelijk vervolgd worden voor misdaden tegen de menselijkheid, en mensen die geloven in buitenaards leven dat de aarde bezoekt hebben een fraai doch allesbepalend gaatje in hun hoofd. Zo, nu heeft u mijn mening.
Wat u nu waarschijnlijk echter niet heeft is een sympathiek beeld van mijn mening. En dat is nou juist het punt. Ik geloof dit allemaal echt. Ik geloof ook echt dat mensen met een tegengestelde mening het mis hebben. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet een heel plezierig en beschaafd gesprek kan voeren met mensen die het niet met me eens zijn. Ik vind het zelfs ontzettend leuk om men mensen over hun geloof te praten. En nee, ik hoef ze niet van hun ongelijk te overtuigen (al ga ik discussies natuurlijk niet uit de weg). Wat ik wel doe is m’n register aanpassen. Ik formuleer omstandiger, maak niemand belachelijk en gebruik minder sarcasme. Waarom? Omdat het werkt.
Pas als ik weet dat ik met gelijkgezinden van doen heb, trap ik het gaspedaal weer wat verder in. Ik hoef me dan geen zorgen meer te maken dat ik mensen beledig, of dat ik de discussie doodsla. Ik weet dat ik op begrip kan rekenen, en met preken voor eigen parochie is niks mis. Waarom? Wederom: omdat het werkt.
Wat echter niet werkt is om tegen mensen die je nog móét overtuigen alvast te gaan praten alsof ze het al met je eens zijn. Toch gebeurt dit heel veel.
-Donderdag ging wetenschapsfilosoof Herman de Regt bij Pauw & Witteman in debat met medium Liesbeth van Dijk. Van Dijk presenteert op SBS6 een programma waarin kinderen paranormale krachten lijken te hebben, en De Regt vindt deze opzet gevaarlijk omdat de kinderen zo een waan wordt aangepraat. De Regt is niet al te mediageniek, maar hij probeerde vriendelijk en beleefd aan het gesprek te beginnen. Het duurde echter niet lang voordat het een schreeuwexercitie werd, waarbij over en weer constant onderbroken werd. En hoewel De Regt in bijna alles gelijk had, kwam hij vooral over als obstinaat. Iemand die de ander op elk punt moet verbeteren. Iemand die sceptisch is om het sceptisch zijn. In de slag om de beeldvorming ging hij dan ook roemloos ten onder.
-Enkele jaren terug publiceerde De Regt, samen met collega Hans Dooremalen, het boek Wat Een Onzin!, waarin zij van leer trokken tegen het paranormale. De titel spreekt boekdelen. Inhoudelijk is het grotendeels prima in orde, maar door de neerbuigende toon van het boek zal het niet veel mensen overtuigd hebben, simpelweg omdat de juiste mensen zo niet bereikt worden. Waarom andersdenkenden wegjagen als dit juist de mensen zijn die je wilt bereiken?
-De Nederlandse bijbelhistoricus Jacob Slavenburg schreef een boek, Valsheid in geschrifte, waarin hij de ontstaansgeschiedenis van het Nieuwe Testament beschrijft. Hij keert zich duidelijk tegen orthodoxe opvattingen die de Bijbel als het directe woord van God zien. Terecht, want er zitten zo veel verschillen tussen de bijna 6.000 manuscripten dat er helemaal nooit gesproken kan worden van één woord. Slavenburg maakt echter precies dezelfde fout, en schrijft op zo’n belerende manier dat alleen mensen die het al met hem eens waren het willen lezen. Als iemand de fundamenten onder je wereldbeeld wegslaat met schreeuwerige onderstreepte zinnen, dan schiet je juist in de verdediging.
-De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft als doelstelling geneeswijzen waarvan onbewezen is dat ze werken te ontmaskeren. Op zich een prima instelling, want met de gezondheid van mensen mag niet licht omgesprongen worden. Daarnaast betalen patiënten voor genezing, en als een arts of producent hierover een claim maakt, moet die hard te maken zijn. Toch heeft de vereniging enkele rechtzaken verloren. En waarom? Niet omdat de mensen die ze aanvielen daadwerkelijk konden hardmaken wat ze beweerden te kunnen, maar vanwege de verpakking: het woordje kwakzalver. Dat betekent namelijk dat bewust onjuiste claims zijn gemaakt, en dat is niet altijd zo. Een homeopaat gelooft echt in homeopathie. Maar het woordje ligt nu eenmaal lekker bij medesceptici. Door de laatste rechtzaak is de Vereniging zelfs in financiële problemen gekomen, en dat komt door de vorm, niet door de inhoud.
-Maar het allerbontst maken de vertegenwoordigers van het Nieuwe Atheïsme het. Richard Dawkins, Christopher Hitchens, Sam Harris en Daniel Dennett, die allevier een pro-atheïstisch boek schreven, waar ik nu m’n scriptie over aan het schrijven ben. Religie wordt aangevallen, als kwaad bestempeld, als irrationeel weggezet, bespot, de aanhangers ervan belachelijk gemaakt. Dit alles lang niet zonder argumentatie, zeer zeker niet, de aangedragen argumenten zijn vaak zelfs veel beter dan recensenten willen toegeven. Maar ook deze auteurs maken een fundamentele fout: ze schrijven een boek om gelovigen van hun ongelijk te overtuigen, maar doen dit in de ons-kent-ons bash-stijl die ze zouden gebruiken als ze met een biertje in de hand met atheïstische vrienden over religie babbelen.
Ik vraag het me soms af: willen ze nou mensen echt overtuigen, of toch vooral ostentatief de scepticus uithangen? Waarom zou je het er uit willen rammen als je het er beter uit kunt masseren? Misschien is het onwil, misschien een gebrek aan zelfkennis, maar misschien is het ook wel dat ze noodzakelijkerwijs voor twee doelgroepen schrijven: hun achterban en hun tegenstanders. Dit levert een reeks schizofrene boeken en initiatieven op, waar medestanders nutteloos op kunnen kicken, maar waar andersdenkenden op afknappen. En waar de niet altijd even tactvolle religieuze prekers misschien nog de stok van eeuwig hellevuur achter de deur hebben, heeft de scepticus niks. Alleen zijn overtuigingskracht. En juist daarmee wordt zeer onzorgvuldig omgesprongen. Gelijk hebben is niet het zelfde als gelijk krijgen.
Wat betreft religie ben ik het wel met je eens, dan heeft het weinig zin om frontaal in de aanval te gaan. Maar een Derek Ogilvie of Char moeten bedekt met kokende pek en veren gevierendeeld worden.
Bij Char mag dat, maar het heeft niet zo ontwettend veel zin bij de mensen die in haar geloven. Dat zijn dat-is-jouw-waarheid-mag-ik-dan-mijn-waarheid-hebben-zeggers die je alleen maar verder wegdrukt in hun wantrouwend tegenover de wetenschap enzo. Zij vinden de wetenschap arrogant, en dat verhelp je niet door arrogant te gaan doen. :)
Volgens mij zijn de meeste mediums geen charlatans, of in ieder geval niet als charlatan begonnen toen ze medium werden; ze geloofden echt in hun eigen kunnen.
Wat heel veel mensen zich niet realiseren is dat verder normale, intelligente mensen zonder psychiatrisch ziektebeeld soms fantasieën of waandenkbeelden hebben. Dat is misschien nog theoretisch te begrijpen, maar het wordt anders als die mensen je vrienden zijn.